De juiste garagedeuropener
In principe is er voor elk type garagedeur een passende aandrijving. De volgende varianten zijn typisch:
De zeer wijdverbreide kanteldeuren en sectionaaldeuren worden vaak bediend via een geleiderail met een ketting- of riemtrekkoord.
Draaipoorten worden normaal gesproken bewogen via een lineaire aandrijving.
Tandheugel-tandwielcombinaties worden vaak gebruikt op schuifpoorten, die worden gebruikt om ze horizontaal naar buiten of naar binnen te bewegen.
Roldeuren worden via een rolaandrijving onder het garageplafond opgerold.
Ongeacht het type deur dat moet worden geopend of gesloten - het is essentieel om ervoor te zorgen dat de aandrijving is ontworpen voor het betreffende garagedeurblad. De benodigde trekkracht neemt natuurlijk toe met de grootte van het blad. De volgende berekening dient als richtlijn: Voor een deur van tien vierkante meter is een aandrijving met een trekkracht van minimaal 700 N nodig.
Het is ook belangrijk om aandacht te besteden aan de technische details van de garagedeuraandrijving. De meest voorkomende deuren – de sectionaaldeur en de kanteldeur – gebruiken vaak een ketting of een tandriem om ze te verplaatsen. Systemen met tandriemen zijn aanzienlijk stiller in gebruik dan systemen met kettingen. Aan de andere kant blijken ze minder krachtig te zijn en gaan ze niet zo lang mee als kettingaandrijvingen.
Niet te vergeten: Garagedeuraandrijvingen hebben meestal een stopcontact nodig voor stroom. Als de garage geen stroomaansluiting heeft, kunnen als alternatief modellen met een zonne- of batterijaandrijving worden gebruikt.